VVD Arnhem over de nieuwe Woonvisie
De afgelopen maanden zijn we in de gemeenteraad en in de stad druk bezig geweest met het vormgeven van een nieuwe Woonvisie. Hierin worden de grote lijnen tot en met 2034 vastgelegd. In deze nieuwe Woonvisie ligt een extreme nadruk op Arnhem als volkshuisvestingsstad nummer 1 in Nederland. Als VVD Arnhem vinden we het ontzettend belangrijk om er samen met corporaties voor te zorgen dat er sociale huur- en koopwoningen worden gerealiseerd. We vinden het echter ook belangrijk dat mensen die nu een sociale huurwoning hebben binnen hun eigen wijk een woning kunnen kopen. Of zestigers die, nu de kinderen uit huis zijn, terecht kunnen in een comfortabel appartement. En juist dát belang van al die verschillende Arnhemmers en toekomstige Arnhemmers ontbreekt volledig in de Woonvisie.
Het college ziet een proactieve rol voor zichzelf weggelegd door gronden aan te kopen, zelf te gaan bouwen of bijvoorbeeld te ontwikkelen in samenwerking met corporaties. Het belang en ook de meerwaarde van samenwerking met marktpartijen wordt daarbij volledig onderschat en juist die marktpartijen hebben we nodig voor realisatie, ontwikkeling, aankoop en het leveren van materialen. En ook belangrijk: het delen van eventuele verliezen/winsten. Met deze nieuwe Woonvisie en bijbehorende ambities neemt Arnhem een heel groot financieel risico de komende jaren. En dat in een tijd waarin gemeenten al voor grote uitdagingen staan.
We hebben als fractie een aantal verandervoorstellen ingediend om op verschillende thema’s zaken aan te passen aan de Woonvisie. Ons voorstel om meer doorstroom binnen de wijk te creëren is nagenoeg unaniem aangenomen. Onze voorstellen om alle doelgroepen even belangrijk te maken en om financieel risico te vermijden zijn helaas niet aangenomen. We hebben als fractie dan ook met volle overtuiging tegen deze Woonvisie gestemd! We zijn heel erg bang dat we de komende jaren gaan constateren dat deze Woonvisie vooral heel veel loze woorden zijn geweest en weinig extra woningen heeft opgeleverd.
Alwin van Engelenburg