VVD Arnhem eist actie om smeerboel Musisgarage nú op te lossen: binnen twee weken toezicht
De smeerboel in de Musisgarage moet nu écht aangepakt worden, vindt de Arnhemse VVD. De fractie eist, naar aanleiding van een zoveelste publicatie in De Gelderlander over de viezigheid in de verouderde parkeergarage, dat er zo snel mogelijk toezicht komt.
Pim Dikkers 27-05-24, 07:00 5 REACTIES
De Musisgarage, de kelderverdieping in het bijzonder, is de laatste weken weer vuil, vuiler, vuilst. Er liggen hoopjes menselijke drollen en het stinkt er ontzettend omdat de parkeergarage in het centrum van Arnhem wordt gebruikt als overnachtingsplek.
Of zoals parkeerder Maarten Blom het afgelopen week verwoordde: ,,Ik moest over een dakloze heen stappen om in mijn auto te kunnen komen. Hij gebruikt de kelder als een soort woning - zonder toilet. Dus de hoopjes poep liggen er ‘heerlijk’ te dampen en met de urinegeur erbij is het haast ondraaglijk om er überhaupt nog te lopen.”
Voor de VVD is de maat vol. De liberalen stellen de kwestie woensdag tijdens de raadsvergadering opnieuw aan de kaak. Raadslid Alwin van Engelenburg wil dat het stadsbestuur direct optreedt. ,,De garages zijn plekken geworden waar ondernemers, bezoekers en bewoners van de binnenstad liever wegblijven. Er is te veel tijd verloren gegaan en er is te weinig actie ondernomen. Het probleem is verergerd in plaats van verbeterd.”
Grondige schoonmaak
De VVD gaat het stadsbestuur vragen om zo snel mogelijk - binnen twee weken - te zorgen voor structureel toezicht in de Musisgarage en daarbij niet te wachten op de al aangekondigde renovatie die komende zomer van start gaat.
Ook wil Van Engelenburg dat de Musisgarage grondig wordt schoongemaakt. Hij hoopt bovendien dat de gemeente werk gaat maken van de onderliggende problemen: een oplossing zoeken voor de groep daklozen die voor de overlast zorgt.
De gemeente Arnhem gaf aan dat ze verwacht dat de overlast vanzelf minder wordt zodra speelgoedwinkel Smyths op de vroegere locatie van Plus opent. Omdat de supermarkt een in- en uitgang op de kelderverdieping had, was er toen veel meer activiteit. Van Engelenburg noemt die veronderstelling ‘naïef’ en neemt dus geen genoegen met de uitleg.